.
.
(Huizen in de Marktstraat in 's-Heerenberg, Johannes Macrander woonde in huis nr.11)
(De Marktstraat in 's-Heerenberg. Links vooraan het huis van Johannes Macrander)
(Dezelfde straat, vanaf de andere zijde gezien. Achter hotel Verwaayen is het huis van Johannes Macrander te zien)
(Het oude stadhuis met daarnaast hotel Verwaayen (met trapgevel) en daarachter het lagere gedeelte van het huis van Johannes Macrander. Het bovenverdieping was kennelijk gesloopt.)
(Huis Bergh)
(Gildebeker uit 1772 met de naam van Frans Macrander)
(Plattegrond van het middeleeuwse Bergh met huis nr.64 van Frans en Frederica, huis nr.82 van Caspar en huis nr.120 van Johannes Macrander)
De 17e eeuw wordt in Nederland de “Gouden Eeuw” genoemd. Het was een periode in de Nederlandse geschiedenis, en dan met name van de noordelijke zeven Verenigde Provinciën, waarin de Nederlandse handel, wetenschap, kunst en militaire macht (vooral ter zee) een toppositie in de wereld innamen. Een periode van ongekende rijkdom en bloei. Bovendien was Nederland in die tijd een bijzonder tolerant land vanwege de internationale handel en de reformatie, hetgeen heeft bijgedragen aan een over het algemeen milde opstelling ten opzichte van andersdenkenden. Er was relatief veel vrijheid in de Nederlanden. Dit alles maakte dat veel buitenlanders hun geluk zochten in Nederland, waaronder veel mensen uit Pruisen (Duitsland). Zo ook enkele Macranders. De Macranders die begin 18e eeuw naar Nederland trokken deden dat in de meeste gevallen als militair in een Pruisisch regiment dat in dienst stond van het Hollandse “Staatsche Leger” en zelfs de V.O.C.
Johannes (Hannes) was (hoef)smid, Franciscus (Frans) een boer en Johan Caspar (Caspar) een voerman (= koetsier). Net als hun stiefvader, werden Hannes en Frans beide gildebroeder van het Sint Antoniusgilde. Dit was een soort stadswacht (schuttersgilde). Het Sint Antoniusgilde bestaat nog steeds! Er is zelfs een website die hier te vinden is. De naam van Frans staat gegraveerd in een oude Gildebeker uit 1772, net als de naam van zijn stiefvader. Dit betekent dat hij en zijn stiefvader waarschijnlijk een bestuurlijke functie hebben bekleed, vermoedelijk in de St. Jan's compagnie, een afdeling van het gilde. Deze Gildebeker is zelfs in bruikleen geweest bij het Rijksmuseum in Amsterdam.
Johannes (Hannes) Macrander trouwde tweemaal. De 1e keer trouwde hij met Johanna Maria Hartjes van wie hij 2 dochters kreeg: Maria Antonia en Elisabeth Frederica. In 1793 hertrouwde weduwnaar Hannes met Aleida Gudden, omdat “… zyn geleegenheyd niet lange is om in den weduwenaerstaet te blyven …”. Hannes woonde 2 huizen naast het stadhuis in de Marktstraat in ’s-Heerenberg. Hieronder kunt u een afbeelding vinden van zijn woning (nr.11). Dit huis wordt al in 1620 vermeld), maar is helaas afgebroken in verband met uitbreiding van het gemeenthuis. Zijn 2e vrouw schonk hem 6 kinderen: Johanna, Lambertina Catharina, Fredericus Lambertus, Stephanus (Steven) (*1803) en Anna.
Frans Macrander is in 1769 getrouwd met Aleida Römers en kocht in 1802 een huis in de Kellenstraat (nr. 64 op de oude stadsplattegrond) in ’s-Heerenberg, afkomstig van Matthijs Scheers en diens vrouw Hendrina Ketelaar. Het huis heette van oudsher het “Hendrik Abelen huis” en was ook wel bekend als "Den Engel". Frans had nog een 2e huis dat verhuurd was.
Zijn broer Caspar trouwde in 1781 met Anna Sloot en woonde in het “Righter Westhaven huis” in de Kellenstraat (nr. 82 op de oude stadsplattegrond). Het huwelijk bleef kinderloos. Als man van middelbare leeftijd had Caspar blijkbaar de strijdvaardigheid van zijn soldatenvader Fredrik geërfd. In de zomer van 1785 kwam een zekere Hartjen Messink bij hem om te spreken over een geschil. Zij gingen al spoedig op de vuist. Caspar werd toen een handje geholpen door zijn moeder, Anna-Aleida Scheers, die met een mes enige sporen achterliet op het gezicht en met name de neus van Messink. Toen het slachtoffer op de grond lag, trok Caspar hem aan de haren over de grond, schopte hem in het gezicht en bewerkte moeder hem nog eens uitvoerig met het mes. Zij trok enkele diepe sporen over de rug van Messink, dwars door zijn hemd heen. Het slachtoffer eiste voor het stadsgericht een schadeloosstelling, niet alleen voor de verwondingen, maar ook voor de langdurige werkeloosheid waardoor hij inkomsten gemist had. De reden van de vechtpartij en hoe de zaak afliep is niet bekend. In ieder geval is duidelijk dat het een gevoelige kwestie geweest moet zijn en dat het er in die tijd allemaal wat hardhandiger aan toe ging dan tegenwoordig.
Frans heeft alleen dochters gekregen, waardoor deze Macrander-lijn, na zijn overlijden in 1816, reeds eindigde. Het huwelijk van Caspar bleef kinderloos. Volgens de huidige, beschikbare gegevens zijn alle Nederlandse Macranders nakomelingen van Stephanus (Steven) Macrander(*), zoon van Johannes (Hannes). Steven kreeg slechts 4 kinderen: Adelheid, Aleida, Fredricus Hubertus en in 1852 als laatste Stephanus. Fredricus leefde slechts 4 dagen. Wederom waren de overlevingskansen voor de Nederlandse Macrander lijn erg klein. Maar Stephanus trouwde in 1885 met Johanna Bernardina Cornelia Hesselmann en kreeg 11 kinderen, waarvan maar liefst 7(!) zonen, en dus stamhouders.
Conclusie
De Nederlandse stamvader is Johann Gottfried (Fredrik) Macrander (*1697-†ca.1748) die rond 1720/1725 vanuit Wetzlar (Duitsland) naar Nederland kwam. Heel bijzonder is dat alle Nederlandse Macranders sindsdien (300 jaar geleden!) nog steeds zéér nabije verwanten zijn. De generatie geboren tussen grofweg 1920 en 1940 zijn namelijk neven/nichten. Hun kinderen, geboren tussen grofweg 1950 en 1975, zijn achterneven/-nichten. Allen zijn namelijk nakomelingen van Stephanus Macrander (*1852-†1934). Tussen Fredrik (*1697) en Stephanus Macrander (*1852) was steeds sprake van slechts 1 stamhouder die mannelijke nakomelingen produceerde.
(* Sinds Steven Macrander (*1803-†1887) komt de naam Stephanus, Stephan, Stephanie, Steven en Stef veelvuldig voor binnen
de Nederlandse familie. Dit zal een vernoeming zijn naar Steven van Uem, de stiefgrootvader van Steven Macrander en stiefvader van
Johannes Macrander.)
(Gildebeker uit 1772, linkerzijde met de naam 'Steven van Uem')
De volgende Macranders beproefden hun geluk in Nederland:
1. Theophilus Macrander (*1693-†1731) uit Wetzlar, soldaat (rang onbekend) bij de Hollandse "Vereenigde Oost-Indische Compagnie" (V.O.C.).
Hij is op 37-jarige leeftijd in Batavia, het toenmalige Nederlandsch-Indië, overleden.
2. Johann Gottfried (Fredrik) Macrander (*1697-†ca.1748) uit Wetzlar, korporaal in het Cavalerie Regiment "Hessen-Philippsthal". Een Pruisisch
regiment onder leiding van Wilhelm Ludwig, graaf von Hessen-Philippsthal-Barchfeld (en later Frederik Willem, Graaf van Rechteren) dat in
dienst was van het Hollandse "Staatsche Leger". Een korporaal in het Pruisische leger gaf gewoonlijk leiding aan ongeveer 30 soldaten).
3. Johann Henrich Macrander (*1705-†1776) uit Düsseldorf. Hij was juwelier in Amsterdam.
4. Johannes Jeremias Macrander (*1719) uit Wetzlar, luitenant 1e klas in het regiment Waldeck in Bergen op Zoom, in dienst van het Hollandse
“Staatsche Leger”.
5. Johann Hermann Macrander (*1728) uit Wetzlar, korporaal in het regiment Waldeck, in dienst van het Hollandse "Staatsche Leger". Hij was
gelegerd in Sas van Gent. Sas van Gent was een zeer belangrijke vestingstad, één der sterksten in Europa.
6. Jeremias (of Jeremiah) Macrander (*ca.1740-†1781), mogelijk een zoon of neef van korporaal Johann Hermann Macrander, was hooploper
(lichtmatroos) (1769-1773), vervolgens jongmatroos (1773-1776) en tot slot matroos (1776-1781) in dienst van de V.O.C.
7. Johann Hendrich (Johan Hendrik/Jan Hendrik) Macrander (*1765) uit Bergen op Zoom, hooploper (lichtmatroos) (1779-1780), bosschieter
(ook wel busschieter: fuselier, zeesoldaat, kanonnier) (1785-1788) en kwartiermeester (1788-1790) bij de V.O.C.
(Gildebeker uit 1772, linkerzijde met de naam 'Frans Maklander')
Alleen Theophilus en zijn neef Johann Gottfried (Fredrik) kregen kinderen, de rest bleef kinderloos. Het gezin van Theophilus heeft zich nooit definitief in Nederland gevestigd, maar bleef in Wetzlar wonen, dit in tegenstelling tot Johann Gottfried (Fredrik). Hij is dan ook degene die zich de Nederlandse stamvader mag noemen van alle huidige Macranders uit Nederland.
Johann Gottfried (Fredrik) trouwde met de Nederlandse Anna-Aleida Scheers uit Bergh (het huidige ’s-Heerenberg), een grensstadje aan de Nederlands-Duitse grens. Hij kreeg 5 kinderen: Franciscus Johannes (*1740), Johan Caspar (*1742), Juliana Margaretha (*1744), Catharina Margaretha en Johannes (ca. 1748). Fredrik stierf rond 1748, mogelijk als gevolg van oorlogshandelingen gedurende de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). Hij liet zijn weduwe achter met 5 jonge kinderen, waarvan de twee oudsten nog geen 10 jaar oud waren. Korte tijd later, op 16-11-1749, hertrouwde Anna-Aleida Scheers met Steven van Uem. De jongste Macrander-kinderen zullen hun eigen vader Fredrik nauwelijks herinnerd hebben. De Macrander-kinderen groeiden op in een prachtige omgeving, beheerst door de families van het huis Bergh, van Nispen tot Pannerden, Van Nispen tot Sevenaer en andere aanzienlijke geslachten op hun grote landhuizen.
(Het uniform van Johann Gottfried 'Fredrik' Macrander als korporaal bij het Cavalerie Regiment "Hessen Philippsthal".)
Meer foto's in het fotoalbum, te vinden onder 'afbeeldingen'.